#2 – Op zoek naar je eerste investeerder: PATS
PATS houdt kassen wereldwijd duurzaam insectenvrij met drone en detectiesysteem
Tuinbouwers kweken op steeds grotere schaal en verschepen hun planten, bloemen, groenten en fruit naar steeds meer landen. Door de schaalvergroting groeit het risico op verspreiding van insectenplagen, wat leidt tot een toenemend gebruik van kostbare, ongezonde en milieuvervuilende gewasbeschermingsmiddelen. PATS Indoor Drone Solutions lost dat probleem op met een monitoringssysteem en autonome drone om kassen insectenvrij te houden. Mede dankzij de investering van UNIIQ verduurzaamt de spin-off van de TU Delft het werk van steeds meer kwekers wereldwijd.
Monitoringssysteem PATS-C signaleert een insectenplaag in een vroeg stadium, en drone PATS-X elimineert insecten ‘met de precisie van een vleermuis’ door volledig autonoom op insecten in te vliegen. De kwekers stonden al voor de innovaties in de rij toen PATS eind 2018 net bestond. ‘We hadden twee jaar onderzoek gedaan op de TU Delft Campus en moesten nog veel investeren in het team en in pilotprojecten voor doorontwikkeling en marktvalidatie’, blikt oprichter Bram Tijmons terug. Hij richtte de startup op met twee compagnons, beiden afgestudeerd aan de TU Delft en gespecialiseerd in drones.
Met de glastuinbouw hadden de jonge drone-engineers een unieke afzetmarkt voor hun drones gevonden. ‘Maar een investeerder met durfkapitaal was lastig te vinden’, vervolgt Bram, zelf met een achtergrond in bedrijfskunde. ‘In die vroege fase moesten we de effectiviteit op grote schaal nog aantonen.’ Het benodigde kapitaal haalden ze eind 2019 op bij UNIIQ. ‘De investering vormde de overbrugging tussen de opstartfase en de onmisbare vervolgfinanciering.’ Inmiddels vliegt de PATS-X-drone in een tiental Nederlandse kassen en is het PATS-C-monitoringssysteem operationeel bij meer dan honderd kwekers wereldwijd.
De schaalvergroting in de glastuinbouw vergroot de kans op insectenplagen. Dat brengt ook een commercieel gevaar met zich mee. ‘Een plaag kan wel 40 procent schade voor de kweker veroorzaken’, weet Bram. ‘In Griekenland en Italië gebeurt dat weleens door tomatenmineermot. Dan kan de kwekerij op het spel staan. In Nederland is dat schadepercentage vaak lager, maar gaat het nog steeds om enkele procenten.’ Ook het wereldwijd verschepen van bloemen, kamerplanten en voedsel is niet zonder risico’s. ‘Als er bepaalde organismen in worden gevonden, moet soms een hele batch gewassen vernietigd worden. Met name bij zendingen van of naar andere continenten.’
Het verkleinen van die risico’s kost veel geld en tijd. ‘Een gewas maakt onderdeel uit van een complex ecosysteem’, legt Bram uit. ‘Elk insect vraagt om een eigen bestrijdingsmiddel. Kwekers zijn tegenwoordig specialisten in gewasbescherming, terwijl hun passie ligt bij het kweken van de mooiste bloem of lekkerste tomaat.’ PATS-C signaleert een insectenplaag tot vijf weken eerder, waardoor de kweker het gewas gerichter kan behandelen, bijvoorbeeld met een zachter middel of natuurlijke vijand. PATS-X maakt bestrijdingsmiddelen zelfs vrijwel overbodig. Dat is duurzamer en bespaart veel tijd en kosten.
De overheid, inkopers en consumenten stellen steeds strengere eisen aan de productie van voedsel en sierproducten, met name gezien de klimaatopgave. Zo moet de agrarische sector in 2030 de helft minder chemische pesticiden gebruiken, stelt de Europese Commissie in de European Green Deal, een afspraak om het continent klimaatneutraal te maken. De tuinbouwsector ontkomt daardoor niet aan een ingrijpende transitie. PATS biedt handvatten om die transitie vorm te geven. Bram: ‘Datagedreven gewasbescherming werkt 24/7 en is nauwkeuriger, betrouwbaarder en efficiënter dan de handmatige insectentellingen die veel kwekers nog wekelijks uitvoeren. Door de effectiviteit en voordelen aan te tonen, creëren we steeds meer vertrouwen in digitale en geautomatiseerde bestrijdingsmethoden.’
Bram ziet de ondersteuning van UNIIQ als instrumenteel in het huidige succes. ‘Ze hebben ons echt op weg geholpen, en ze introduceerden ons bij het brede netwerk van fondsmanager InnovationQuarter. We hadden geen idee hoe kritisch bepaalde partijen zijn en hoelang alles duurt. Ze houden je een spiegel voor – niet om te ontmoedigen, maar om realistisch optimistisch te blijven. Het maakt je alerter en bewuster van wat je doet en waarom. En het leert je denken vanuit de investeerder. Waar zien zij risico’s, waarmee overtuig je ze? Zo gaf UNIIQ vaart aan onze ontwikkeling: het zetje dat we nodig hadden.’