#1 – Op zoek naar je eerste investeerder: Bi/ond
Bi/ond bootst menselijke orgaancellen na op computerchips voor betere geneesmiddelen
De huidige medische behandelingen houden weinig rekening met de genetische variatie tussen mensen. Traditionele onderzoeksmethoden zijn daar evenmin op ingericht. Bovendien valt daarmee de reactie van het menselijk lichaam op geneesmiddelen niet goed te voorspellen. Tech-startup Bi/ond lost die problemen op door orgaancellen van individuen na te bootsen op computerchips. Dit biedt biologen een betere testomgeving en de mogelijkheid om genetische verschillen te vergelijken. De TU Delft-spin-off helpt daarmee biomedisch onderzoek te versnellen en de effectiviteit en inclusiviteit van geneesmiddelen te verhogen.
De Italiaanse Cinzia Silvestri ontmoette de huidige CTO en CSO van Bi/ond op de TU Delft. Nikolas Gaio en William Fausto Quiros Solano kwamen tijdens hun PhD op het idee voor de baanbrekende technologie. Cinzia, zelf met een PhD in micro-elektronica, zegde in 2017 haar baan als onderzoeker op om zich als CEO volledig te richten op het naar de markt brengen van de innovatie.
Twee jaar later bemachtigden de jonge ondernemers een investering van UNIIQ, die ze onder meer inzetten om collega’s aan te trekken voor R&D, IT en bedrijfsontwikkeling. Cinzia: ‘Het durfkapitaal van UNIIQ heeft ons echt geholpen om de stap naar buiten de universiteit te zetten. De support was onmisbaar voor het opbouwen van een lokaal netwerk en om onze technologie te valideren.’ Inmiddels werkt de startup samen met vijf lokale partners, waarvan ze er drie via UNIIQ ontmoetten.
Een vijfde van alle medicijnen heeft een onverwacht effect op patiënten met een andere achtergrond, leeftijd of geslacht dan de genetische criteria waarvoor de medicatie is ontwikkeld. ‘Biologen hebben twee onderzoeksopties’, verklaart Cinzia. ‘Dierproeven of cellen kweken in laboratoria. Geen van beide vormt een goede weerspiegeling van het menselijk lichaam of houdt rekening met de diversiteit tussen mensen. Fouten komen pas laat in het onderzoek aan het licht, wat de ontwikkeling vertraagt. Die duurt nu gemiddeld twaalf jaar per medicijn.’
Bi/ond lost dat op met zogeheten organs-on-chips (OOC’s): miniaturen van menselijke organen op computerchips. ‘Dezelfde chips als in je telefoon of laptop, maar dan kleiner en goedkoper’, vergelijkt Cinzia. ‘Zodra we er hartcellen op laden, gaan die zich gedragen alsof ze deel uitmaken van het hart van de persoon van wie ze afstammen. Hetzelfde geldt voor spiercellen of hersenweefsel. Onderzoekers herkennen op die manier eerder fouten en kunnen medicijnen voor specifieke genetische eigenschappen ontwikkelen. Dat maakt medische behandelingen inclusiever en effectiever: een arts kan voorspellen hoe een individuele patiënt reageert op bijvoorbeeld een chemotherapie, en dus bepalen welke behandeling geschikt is voor die specifieke persoon.’
‘De biologie is vrij conservatief’, vervolgt Cinzia. ‘Laboratoria beginnen zich pas nu open te stellen voor de vele nieuwe technologieën. Die combineren kan biologen waardevolle inzichten opleveren. Zo kunnen wij met de combinatie van chiptechnologie en AI voorspellen wat er in een model gebeurt. Hiermee verzamelen we kennis en data die je anders nooit zou kunnen opdoen.’ Samenwerken met verschillende expertises en vakgebieden aan hetzelfde doel wordt steeds belangrijker, verwacht ze. ‘We moeten krachten bundelen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen.’ Bi/ond werkt zelf onder meer samen in een Europees consortium van veertig medische partners, en met verschillende bedrijven en organisaties, waaronder Philips en Erasmus MC.
UNIIQ speelde een essentiële rol in de vroege fase van de startup. ‘Zonder UNIIQ hadden we het niet overleefd’, geeft Cinzia toe. ‘Ze durfden al in een vroeg stadium op ons in te zetten. Naast het kapitaal kregen we vanuit fondsmanager InnovationQuarter hulp bij de technische validatie en bij het from scratch opbouwen van ons netwerk. Dat is onmisbaar, maar als expat lastig om zelf te doen. Door de samenwerking met UNIIQ ontdekten we ook onze zwakkere kanten en leerden we die te verbeteren. Daardoor zijn we een stuk professioneler en zelfverzekerder geworden. We weten nu wat ons te wachten staat bij volgende stappen, zoals het ophalen van een vervolgfinanciering.’